Terug naar overzicht

in gesprek met jubilaris Klaas Hulst

Klaas Hulst is dit jaar 30 jaar verbonden met onze organisatie, dat vieren we samen met de andere jubilarissen: Diana Coolen, Raymond Colling en Rob van Heck Verheij. Vrijdag 30 maart vieren we dit tijdens een besloten voorstelling van Het gedroomde café. Ook Paul Röttger viert dit jaar dat hij 30 jaar directeur is, zijn jubileum zullen we na de zomer vieren.

 

Klaas Hulst en Paul Röttger kennen elkaar niet al dertig maar intussen zelfs al veertig jaar. Ze ontmoetten elkaar op de toneelschool in Arnhem en werkten sindsdien regelmatig samen op de planken en als docenten. Hun levens zijn met elkaar vervlochten.

 

Hoe heb jij je entree bij het rotterdamscentrumvoortheater (rcth) gemaakt?
Paul vroeg mij om lessen creatief spel te komen geven. Dat vond ik erg leuk, ook omdat Paul met de opleiding een verbinding wilde leggen tussen amateur- en professionele spelers. Later heb ik ook meegespeeld in de voorstellingen, onder meer in Het Balkon en De Anderen.
Voor De Anderen vroeg Paul mij om een acteur die wegviel te vervangen. Ik twijfelde of ik dat wel kon, want het personage was een heel ander type dan ik. Maar dat vond Paul net leuk. Ik heb die rol uiteindelijk heel graag gespeeld. Weet je, eigenlijk heb ik een gezonde afkeer van het toneelspelen. Als ik het doe, doe ik het graag en ten volle, maar het is voor mij geen levensbehoefte.

 

En theater wel?
Eerst niet, maar dat is het wel geworden. Ik wist aanvankelijk niet zo goed wat ik met mijn leven wilde doen. Ik twijfelde er zelfs over de zeevaartschool te volgen. Maar een vriend van mijn broer overtuigde mij om de audities aan de toneelschool in Amsterdam mee te doen. Dat heb ik gedaan, met een monoloog over Orfeus die terugkeert uit de onderwereld, en ik werd aangenomen. Maar na drie weken ben ik gestopt, ik vond de opleiding te blasé. Toen heeft die vriend van mijn broer me doorverwezen naar Arnhem, wat een heel ander soort school was. Daar is mijn liefde voor toneel ontstaan. En heb ik Paul leren kennen.

 

Wanneer jij lesgeeft, wat wil je dan je studenten meegeven?
Dat je trouw moet blijven aan jezelf. Ja, je moet theatrale middelen inzetten, maar daaronder moet je trouw blijven aan jezelf. Ik heb nooit geloofd dat je in de huid van een ander kan kruipen. Je kan toch niet iemand anders zijn dan jezelf? Je moet spelen met wat je in je hebt. Je kan hooguit bij de toeschouwer de indruk wekken dat je een ander bent.

 

Wat maakt dat je na dertig jaar nog steeds zo nauw samenwerkt met Paul Röttger?
Dat hebben we te danken aan onze vriendschap. Nu zijn we niet zo close dat we ook buiten het werk voortdurend afspreken, en bij momenten hebben we erg pittige ruzies gehad. Maar onze waardering voor elkaar kwam steeds bovendrijven. We hebben ook elkaars ouders gekend, daardoor begrijpen we elkaar heel goed. We zijn erg verweven met elkaar. Paul heeft de geboorte van mijn eerste dochter van nabij meegemaakt. Als je elkaar zo lang kent en gedoogd, wordt je familie van elkaar. Je deelt elkaars leven.

 

En wat maakt dat Theater Babel Rotterdam nog steeds staat als een huis?
Theater Babel Rotterdam is een fijne plek. We hebben hier de raarste en gekste dingen gedaan. Dat is natuurlijk de verdienste van Paul. Hij heeft altijd op een heel eigen manier tegen theater aangekeken. Toen we op een bepaald moment het grote publiek wel hadden bereikt, wilde hij kleiner gaan. Dichter bij elkaar. Dat is heel anders dan wat op andere plekken gebeurt. En beter, vind ik. De mensen staan hier centraal. Het gaat niet om voorstellingen, maar om mensen.

 

Zou je zelf een inclusieve theatervoorstelling willen maken?
Daar denk ik wel over na ja. Ik zou bijvoorbeeld graag een voorstelling maken met actrice Maryam. Zij is een echte fladderaar, ik vind haar een wereldwonder. Een wereld op zich.